De vrouw die’ is je debuutroman; hoe heb je het proces naar de roman toe ervaren?
Onlangs complimenteerde een vriendin mij na het lezen van De vrouw die. Ze vond het zo knap dat ik drie jaar lang geheim heb gehouden waar de roman over gaat. Ze vond het heel wat dat ik niet over mijn bedenksels had gesproken. Maar misschien is dat wel het prettigst aan het schrijven van een roman: je draagt voortdurend een onzichtbare wereld mee, een laag die de werkelijkheid zowel opslurpt als voedt.Schrijven maakt het leven relaxter en het verstrijken van tijd acceptabel, omdat je er voortdurend op kunt vertrouwen dat de dingen die je leest, denkt, meemaakt en ziet ergens – op een nog onbekende wijze – in je werk terechtkomen.
Wat is jou verband met de gekozen thema’s van het boek?
Mijn hoofdpersonage, Janine Vitafiel, is een moleculair biologe die de marathon van New York in een boerka wil gaan lopen. Als moleculair biologe kan zij leven maken en veranderen. Als schrijver wil je dat ook, natuurlijk: betekenis toevoegen, bestaande fenomenen, gevoelens en ideeën herformuleren. En ik geloof ook zeer in het belang van taal, maar soms is het frustrerend om geen concretere, fysieke dingen te maken. Daarom wilde ik een hoofdpersonage dat met cellen en levende organismes aan de slag gaat.
Je filosofische achtergrond zie je ook terug in de roman. Zit er nog een extra gedachten (of gedachtes) achter het verhaal? Moet de lezer aan het denken worden gezet na het lezen van ‘De vrouw die’?
De titel, de vrouw die, lijkt het begin van een schreeuwerige krantenkop. Er moet nog iets achter, de vrouw die zus of zo deed, iets spectaculairs dat de aandacht trekt. Welke verhalen worden keer op keer verteld en herhaald, welke namen overleven de geschiedenis? Eén van de meer verborgen lijnen in dit boek is de kritiek die ik lever op de ‘Vatersuche’ die in veel romans centraal staat. In De vrouw die speelt de vader ook een belangrijke rol. Zijn naam en werk – feriliteitsarts, oprichter van een spermakliniek – worden geroemd, terwijl de moeder van Janine geen naam krijgt. De moeder krijgt nauwelijks een gezicht – zij is de vanzelfsprekende aanwezige en daarom bijna afwezig. Dat de moeder zelf met geheugenverlies kampt, is dan ook geen toeval. Ik vind het belangrijk om op speelse wijze te benadrukken wat vergeten wordt.
Eén van de meer verborgen lijnen in dit boek is de kritiek die ik lever op de ‘Vatersuche’ die in veel romans centraal staat. In De vrouw die speelt de vader ook een belangrijke rol.
Wat zijn jou eigen favoriete schrijvers en boeken?
Momenteel Maggie Nelson, Nell Zink, Vivian Gornick, Nir Baram, Ta-Nehisi Coates. Natuurlijk ook: Coetzee, Toni Morrison, de verhalen van Sartre, Camus. Toneel van Sarah Kane, Jean Genet, Samuel Beckett. Maar ook: de muziek en poëzie van Kate Tempest en de dichtbundel Pole Dancing to Gospel Hymns van Andrea Gibson, de bundel hier kijken we naar van de Nederlandse Hannah van Wieringen en Maria Barnas’ Jaja de oerknal.Je schrijft al geruime tijd columns, publiceerde vorig jaar een essay en nu een roman. Wat gaat de toekomst ons nog meer brengen? Heb je dromen, doelen? In de toneelvoorstelling waarmee ik de afgelopen twee maanden door het land reisde, Holy F geheten, sprak ik onder meer de volgende tekst uit over de toekomst:
‘ja ik wil een betere wereld
ja dat wil ik ja
maar vraag mij niet die dicht te scheppen
de wereld willen redden met een helder beeld
is zinloos
is altijd achterlopen
zoals het verbeteren van een rups belachelijk is
omdat hij toch nog vlinder wordt’Laat mij dus eerst maar scheppen, in plaats daar voorbarig over te speculeren.
Een fragment uit De vrouw de is door F.A.L.L. Magazine gepubliceerd en hier te lezen.