Foto Peter Stigter

Maartje’s steris rijzende

10 November 2016,

Als jong meisje klauterde Maartje Janse (24) al in de verkleedkist, om er de opvolgende uren niet uit te komen. Nu presenteerde ze vol lof een afstudeercollectie over digitale beeldmanipulatie, en was ze recentelijk onderdeel van MOAM Collective. “Jan Taminiau mogen ontmoeten was wel even een ‘wow…hoi’ momentje.”

Voor interviews is de jonge ontwerpster niet meer nerveus – tijdens het proces van MOAM had ze doorlopend een filmcamera op haar snoet. Het project waarbij vijf jonge ontwerpers samenwerken aan één collectie werd tot in detail vastgelegd voor 3LAB, en verscheen eerst als korte videoserie op VOGUE. In aflevering een van ‘dit is MOAM’ vertelt Maartje over haar verwachtingen voor het project. “Ik hoop vooral dat we een boodschap kunnen uitdragen.”

LECON DE TEXTILE
Het is inmiddels alweer drie weken na de eindpresentatie. Maartje nipt aan haar cappuccino in The Lobby in Amsterdam. “Het afgelopen half jaar was soms niet helemaal te bevatten: als je me tijden geleden had verteld dat ik op mijn 24e al in een documentaire zou verschijnen had ik je vierkant uitgelachen.” Ze plukt aan haar donkere jasje. “Leuk trouwens, dat jullie me ook over mijn persoonlijke werk willen spreken. Ik werd er helemaal vrolijk van.”png-leegWie Maartje persoonlijk als ontwerper is wordt na de documentaire al vrij snel duidelijk: ze is iemand die de stoffen door haar handen moet laten gaan, wil voelen. Ze is eerder een textielontwerper dan een vormontwerper, en “hoeft niet per se het mooiste colbert te maken. Maar wel het colbert met de gekste of interessantste stof.” Een fascinatie voor textiel zat er altijd al in: op jonge leeftijd werden er setjes in elkaar geflanst, en vertrok ze uiteindelijk richting een middelbare school waar ze naast Frans en wiskunde les in textiel en mode kon krijgen.

FALLMagazine Maartje Janse

Maartje backstage bij Mittelmoda. Foto Nika Furlani

png-leegpng-leegpng-leegWE ARE FAMILY
Na de middelbare school stond een keuze voor de kunstacademie eigenlijk vast, maar vanwege haar leeftijd (slechts 17 lentes jong) volgde ze eerst een vooropleiding aan ArtEZ. “Ik stapte toen echt in een warm bad. Ik heb mensen ontmoet die nu nog steeds mijn beste vrienden zijn. Het voelde enorm als thuiskomen.” Na de vooropleiding stroomde ze door naar het ‘echte’ ArtEZ. Die tijd was af en toe best lastig, vooral vanwege de kritische docenten en de zware werkdruk. “Gelukkig ontwikkelde ik snel een sterke band met een hoop mensen. ArtEZ is een hele hechte club, bijna een familie. Iedereen geniet zo van het vak dat je elkaar makkelijk omhoogtilt. Daarnaast zit je uiteindelijk toch in Arnhem met vrij weinig om je heen, waardoor we gauw ook buiten schooltijd met elkaar optrokken.”

Maartje heeft niet continu in het oosten rondgehangen: ze liep twee stages in Londen. “Ja, dat was fantastisch! Mode in Londen bruist, er gebeurt zóveel. Ik heb wel de harde kant van de modesector leren kennen daar. Mijn eerste stage was bij een klein bedrijfje dat voornamelijk probleemoplossend bezig was, en niet zozeer met het merk op een bepaalde manier neerzetten. Ik vond de struggle die kleine bedrijven onder andere met geld verdienen hebben best heftig om te zien.”png-leegNa die periode kreeg ze de kans om aan de slag te gaan bij Hussein Chalayan, een gerenommeerd Brits-Cypriotische ontwerper. “Dat was dus echt mijn droom, en bijna niet te bevatten. Ik zag hem altijd als een waanzinnige ontwerper die me ook deels heeft gemotiveerd om iets met mode te gaan doen. Mijn eerste werkdag was behoorlijk spannend: ik was zelf 21, en begon met een ander meisje van 29, die al afgestudeerd was en vier stages had gelopen. Toen kwam Hussein op een gegeven moment naar mijn computer toe voor een kleine introductie. Hij was heel hartelijk, onwijs fijn. Dat gaf me meteen een gevoel van opluchting. Ik heb dan ook heel veel geleerd en mogen doen die tijd: ik heb een groot aantal prints ontworpen.”

MODE OP DE BOERDERIE
Haar koffers inpakken voor de terugreis naar Nederland was lastig. “Eind augustus stopte ik met stage, en een week later begon ik met mijn afstudeerjaar in Arnhem. Naast het feit dat ik niet echt zomervakantie had gehad, was het best heftig om teruggeworpen te worden op mijn studentenkamertje in Arnhem. Ik miste dat levendige van Londen, waar altijd wat aan de gang was. Ik kon wanneer ik wilde op stap naar een museum en ontmoette aan de lopende band verschillende mensen. Ik was echter snel weer gefocust op mijn afstudeercollectie, waar bijna al mijn tijd in ging zitten.”

Ik probeer die randjes op te zoeken, op een bepaalde manier kritiek te leveren, of mensen voor een moment de ogen te openen.

Foto Peter Stigter

png-leegHet idee voor haar afstudeercollectie was als volgt: het in beeld brengen van beeldmanipulatie in een tijd van digitalisering. “Tja, dat onderwerp was eigenlijk niet heel makkelijk. Het was een behoorlijk grafisch idee, vrij 2D ook. Toch moest ik het om gaan zetten in 3D. Uiteindelijk is dat gelukt door mijn gehele collectie op een traditionele manier te weven. Het idee dat ik wilde uitwerken kon niet machinaal, dus het moest via een weefgetouw. Via het weefnetwerk in Nederland heb ik contact kunnen leggen met een vrouw die thuis zo’n weefgetouw had. Zat ik daar opeens, aan een stuk door te weven, op een boerderij in the middle of nowhere. Best wel random, maar tof hoeveel kennis ze me heeft kunnen bijbrengen.”
png-leegTijdens het maken van de collectie was de gedachte belangrijker dan de esthetiek: “Ik heb het gevoel dat ik altijd wel enigszins een maatschappelijke ontwerper ben. Ik probeer die randjes op te zoeken, op een bepaalde manier kritiek te leveren, of mensen voor een moment de ogen te openen. Dat heb ik bij MOAM Collective ook gedaan: we gingen aan de slag met het idee van vluchtelingen, reizen, onderweg zijn. Binnen dat concept wilde ik eigenlijk de meest kritische noot brengen. Zo’n verhaal moet gewoon staan.”

DEADLINESTRESS
Hoe ze überhaupt bij MOAM terecht kwam? “Nou, heel simpel eigenlijk… Ik werd gewoon gebeld. Toen moest ik er wel even over nadenken. Wilde ik hier echt instappen, was het iets voor mij? Uiteindelijk zei ik volmondig ja. Vanaf mijn afstuderen was ik meteen als commerciële ontwerper bij een designstudio begonnen. Daarbij miste ik het hebben van vrijheid – ik was beperkter in mijn doen en laten. Dat was niet per se erg, want dat moet je ook leren. Maar toch, ik had zó die drang om te creëren. MOAM was de perfecte kans om dat een half jaar lang weer te kunnen doen.”

 

Foto Lobke Lleijser

Foto Lobke Lleijser

 

 

Zat ik daar opeens, aan een stuk door te weven, op een boerderij in the middle of nowhere.

png-leeg

De vijf ontwerpers voor MOAM Collective worden uitgekozen door Martijn Nekoui, die MOAM in eerste instantie oprichtte als afstudeerproject aan AMFI. De ontwerpers worden gedurende het proces gecoacht door grote namen uit de mode-industrie, zodat het maximale uit de collectie gehaald kan worden. “Het ontmoeten van sommige coaches was vrij bizar. Vanuit de academie ken je alleen je leraren, waar je gauw bekend mee wordt, ondanks hun strengheid. Ik keek best wel op tegen een paar ontwerpers die langs zijn geweest, zoals Jan Taminiau of Ronald van de Kemp. Mindblowing om opeens adviezen van hen te krijgen.”

In de documentaire merk je dat de kritieken van de coaches af en toe niet mals zijn. “Ja, het kon stressvol zijn. Dat kwam door allerlei dingen: die camera om je heen, maar ook de strakke deadlines binnen het project. Die hadden naar mijn idee wel wat minder gemogen. De manier van ontwerpen was daarnaast vrij traditioneel, terwijl ik had verwacht dat het collectief vrijer zou zijn in aanpak. Elke week kregen we coachingsessies, moest er weer een model klaarstaan, ga zo maar door. Maar ik had het niet willen missen. Vooral de vier ontwerpers waarmee ik was zijn best wel goede vrienden van me geworden, we hebben ondanks onze verschillen onwijs gelachen. Het was af en toe best lastig om een gezamenlijk ‘handschrift’ te vinden wanneer je allen zo anders bent. Maar uiteindelijk hebben we elkaars krachten perfect kunnen bundelen.”

HIER IS MAARTJE
Met nominaties voor de Dorothy Waxman Textile Prize en de Frans Molenaar Couture – en Mittelmoda Fashion Award is Maartje’s ster rijzende. “Vooral de Mittelmoda nominatie was heel tof. Afgelopen september vertrok ik daarvoor naar Milaan met mijn collectie. Er waren genomineerden vanuit onder andere China, Australie en New York, heel cool. Onderdeel van zoiets mogen zijn is fantastisch. Na het afstuderen heb ik mezelf ook voorgenomen om zoveel mogelijk mensen te ontmoeten, mijn blik open te zetten. Mensen uit de creatieve industrie vinden het niet altijd even makkelijk om naar buiten te treden, terwijl het zó belangrijk en leuk is. Ik zie mezelf dit de komende veertig jaar nog wel doen. Wanneer een hobby verandert in een passie en uiteindelijk in werk, kan je dat toch niet uitzetten.”